2018 JOA naar Griekenland

Met dank aan Bas Vervuurt voor het verslag.

Op woensdag 11 april vlogen we vroeg in de ochtend vanaf Schiphol naar de bestemming van deze
JOA reis: Thessaloniki. Vanuit de luchthaven Thessaloniki reisden we per bus gelijk door naar Marble
Ourgantzidis SA. Hier wachtte onze Griekse gastheer en eignaar van het bedrijf; Yiannis Ourgantzidis
ons op. Nadat we bij het bedrijf hadden genoten van een lunch vertelde Yiannis ons enthousiast over
het bedrijf, maar ook zijn visie op de perikelen omtrent de Griekse economie.
Marble Ourganitzidis bestaat 35 jaar en is net als de meeste natuursteenbedrijven in Griekenland een
familiebedrijf. Het bedrijf bezit een eigen groeve van onder andere Pighes White en Volakas, maar
handelt daarnaast ook in andere steensoorten. Marble Ourgantzidis exporteert hoofdzakelijk, de
steen die landelijk wordt verkocht, wordt vervolgens ook geëxporteerd. Rusland is een grote afnemer
van afgewerkte producten, Italië neemt veelal platen en blokken af. De binnenlandse markt ligt
nagenoeg stil.
Een van de uitdagingen waar Yiannis over vertelde is het afval. Waar in Nederland het nodigde afval
wordt gebruikt voor de granulaat onder wegen of dergelijke, is dit in Griekenland een ander verhaal.
Hier worden immers in verhouding veel minder nieuwe wegen aangelegd. De hoge afvoerkosten van
natuursteenafval resulteert in het opsparen van afval.
Een gevleugelde uitspraak van Yiannis is dat afnemers moeten kiezen op basis van een foto en niet
op basis van productnaam of land van herkomst. Hiermee duidde op de Italiaanse VS. Griekse
Marmer. Volgens Yiannis zijn de machines en kwaliteit tussen de landen gelijk. Het verschil zit hem in
de nationaliteit van degene die op de knop van de machines duwt, en uiteraard de prijs. Yiannis
beaamde dat de Italianen meesters zijn in commercie. Met de stijgende prijzen in Italië, stijgen de
prijzen in Griekenland mee. Yiannis grapt dat men beter kan investeren in steen dan in aandelen.
Veel Volakas of Pighes White dat 2 of 3 jaar terug werd betiteld met 3 e kwaliteit (veelal met een
adertje of miskleuring) wordt tegenwoordig tegen een hoge prijs verkocht. Meestal in open boek
gepolijst. Dit omdat de prijzen van de exclusieve italiaanse (witte) marmers dusdanig hoog zijn dat er
naar alternatieven wordt gezocht.
Met een ervaring (en kennis) rijker zijn we richting het hotel gegaan. Omdat we te doen hebben met
de Griekse economie is besloten om ’s avonds de lokale horeca tot in de late uurtjes een hart onder
de riem te steken.
Na wat opstartproblemen zijn we na het ontbijt samen met Yiannis in de bus gestapt, richting het
epicentrum van de steenindustrie van Griekenland: de regio Drama. Bij het verlaten van de stad zijn
we langs de Nationale bank van Griekenland gereden. Ondanks dat er waarschijnlijk weinig inligt,
blijft het een imposant gebouw van de lokaal gedolven witte marmer.
De tocht door Drama begon bij de productielocatie van Pavlidis een van het grootste en best
georganiseerde Marmer bedrijven van Griekenland. Het productie volume van dit bedrijf blijkt onder
meer door de ploegendienst die er gedraaid wordt. In de productie faciliteit wordt er gewerkt met 2
diensten. In de groeve zelfs met 3 diensten, ofwel 24uur per dag. In totaal zijn zo’n 400 medewerkers
werkzaam voor Pavlidis. De schaal waarop gewerkt wordt is imposant, 12 blokzagen op een rij, alles
netjes en schoon en materialen keurig geordend. Spierwitte platen Sivec (Macedonië) deed menig
JOA lid vermoeden dat het composiet was. Naast dat Pavlidis zelf over 4 marmer groeves (Volakas,
Ariston, Kavala en Sivec) in de nabijheid beschikt, verwerken ze ook graniet uit diverse werelddelen,
grotendeels bestemd voor het buurland Bulgarije.

De tocht vervolgde met een korte rit naar de grootse groeve van Pavlidis, namelijke de Ariston
groeve. Een plek waar, in tegenstelling tot de rest van Griekenland, 24 uur per dag gewerkt wordt. In
deze groeve wordt zo’n 30.000m3 per jaar ontgonnen en is circa 130m diep en is zo’n 40 jaar oud.
Het terrein is ruim 100 hectare groot, omdat de groeve maximaal 10 hectare groot mag zijn volgens
de vergunning zijn het feitelijk gezien 10 aaneengesloten groeves. Het fysiek werkgebied strekt zo’n
25 hectare, de rest van het terrein wordt gebruikt voor de opslag van (nog) niet bruikbaar materiaal.
4 jaar geleden zijn ze begonnen met het ondergronds delven van materiaal, met de hoop hier
hoogwaardige kwaliteit materiaal te winnen. Op de vraag of we hier even mochten kijken werd goed
gereageerd, we gingen met touringcar en al de ondergrondse groeve in. Zeer indrukwekkend en een
van de hoogtepunten van de trip naar Griekenland.
Na een ontspannen lunch werd de reis vervolgd naar de Pighes White / Volakas groeve van Marble
Ourgantzids SA waar Yiannis ons kort rondleidde. Op deze plek werd pas zes jaar gedolven, de
uitbreidingsplannen zijn in de maak. In deze groeve werden 3 soorten materialen gedolven. Pighes
White, Volakas en ‘Enigma’. Deze laatste soort is een mix van de Pighes White en Volakas. De Pighes
white is grotendeels wit van kleur, Volakas heeft weer meer grijze tekening. Alle soorten zitten op
diverse plekken in de groeve. Het formaat van de groeve was niet te vergelijken met die van Pavlidis,
maar het was juist leuk om het contrast tussen beide te zien. Na alles gezien te hebben zijn we weer
in de bus gestapt voor terugreis van 3.5 uur.
De vrijdag ochtend werd een tourrit door Thessaloniki gereden welke vertrok bij de ‘Witte Toren’.
De ‘Witte Toren’ is typerend voor Thessaloniki, deze is in de 15 e eeuw gebouwd als verdedigingstoren
voor de haven. Later deed de toren nog dienst als gevangenis. Momenteel is er een museum in
ondergebracht. Tijdens de tourrit gingen we ook de hoogte in om de ‘Eptapyrgio’ te bezichtigen. Dit
zijn de oude verdedigingsmuren van de stad, waarvan het eerste gedeelte nog dateert van het
Romeinse tijdperk. De rest van de middag is doorgebracht in de stad en hebben we de overdekte
markt bezocht.
Zaterdagochtend zijn we weer huiswaarts gegaan na een leerzame en gezellige reis!